De Verkleedkamer is er voor kinderen van zes tot twaalf jaar die problemen hebben in de vorm van:

  • angst
  • hooggevoeligheid
  • boosheid
  • ADD
  • ADHD
  • buikpijn
  • onrust en opstandigheid
  • stress
  • slapeloosheid
  • eetstoornissen
  • faalangst
  • piekeren
  • terugtrekken
  • laag zelfbeeld
  • presentatie-angst
  • concentratieproblemen
  • depressie
  • lusteloosheid
  • vaak verdrietig zijn
  • pesten
  • rouwverwerking na overlijden
  • ziekte en scheiding
  • niet vaak worden uitgenodigd op kinderfeestjes
  • eenzaamheid

Werkwijze

Al spelende verwerken kinderen de indrukken van de dag. Dat kunnen leuke indrukken zijn maar ook lastige of verdrietige indrukken. Meestal praten kinderen niet over hun problemen maar spelen hier liever over. Verkleden, andere rollen aannemen en situaties uit het leven naspelen: zo ontdekken en begrijpen ze de wereld om hen heen. Bij Praktijk de Verkleedkamer komt de problematiek van kinderen daarom snel naar boven.

De verkleedkamer
In de verkleedkamer – die uitpuilt van de tientallen verschillende kostuums, hoeden, pruiken en schoenen – transformeren kinderen in prinsessen, ridders, koningen of tovenaars… Onbewust nemen ze de rol aan die tijdens het spel laat zien waarmee ze worstelen.

Spel
Het spel kan ongenuanceerd zijn en puur, precies zoals het is. Denk maar aan rollenspellen als vader en moedertje of de held (goed) en de vijand (kwaad). Het verdriet van bijvoorbeeld een echtscheiding van de ouders of gepest worden of pesten komt omhoog. Als emoties er mogen zijn, kunnen ze verwerkt worden of een plek krijgen.

Functioneel gedrag aanleren
Ook leren kinderen spelenderwijs nieuw, functioneel gedrag aan. Komt een kind bijvoorbeeld niet voor zichzelf op in het spel? Dan herschrijven we het. Nu wordt het hoofdpersonage gevraagd assertiever te zijn. Op een veilige manier ontdekken ze hoe ze voor zichzelf willen opkomen. En of dit wel of niet werkt en waarom. Improvisatie is hiervoor een krachtig middel.

Contact maken met emoties
Clownerie is een mooi middel om emoties als machteloosheid, boosheid, angst, verdriet of vreugde te voelen. Sommige kinderen vinden dit lastig. Een clown denkt niet, maar handelt vanuit zijn gevoel. Emoties die lastig zijn borrelen vanzelf op en worden in het spel ervaren. Dit geeft vaak rust: ook deze emoties mogen er zijn.

Soms zijn emoties overweldigd. Dan werken we met de poppenkast, zodat kinderen vanaf een afstandje naar de situatie kunnen kijken. Met de ‘pop’ vertellen ze een verhaal wat vaak over henzelf gaat. In het verhaal komen de problemen aan bod èn de mogelijke oplossingen.

Onder het kopje ‘foto‘s’ krijgt u een indruk van de praktijkruimte.